[Verhaal] De ijskoude nacht

De ijskoude nacht


Trapje voor trapje trotseerde ik de nacht. Mijn wollen trui tot aan het bovenste gaatje dichtgeknoopt, mijn jas veilig dicht geritst, mijn sjaal strak op m’n hals gewikkeld zodat er zeker geen greintje lichaamswarmte me zou ontsnappen. Normaal hou ik niet van hoofddeksels, maar extreme omstandigheden vroegen om extreme maatregelen: ik had mijn kap opgezet. De wollen handschoenen die m’n moeder vorige winter had gebreid, vervolledigden mijn krijgers-outfit. Ik was klaar voor de strijd met de natuur.

1518778825758.jpg_
De ijskoude nacht

Het moest een trap of twintig later zijn geweest dat mijn goede moed al ver onder m’n schoenen gezonken was. In het begin van de avond had ik de allesbeslissende keuze moeten maken: zou ik wandelen en een lange, doch minder pijnlijke tocht tegemoet gaan, of ging ik voor de korte en krachtige pijn van de fietstocht? De luwe avondzon had me doen geloven dat ik de korte, krachtige tocht wel snel zou klaren, maar daar leek de kille nacht anders over te beslissen. Na een gezellige avond aan het kampvuur, waar de warmte en het licht een veilige cocon boden, was het contrast met de koude, eenzame nacht pijnlijk te noemen.

Nog twintig trappen later ging het van pijnlijk naar ondraaglijk. Ken je dat fenomeen waar je geen kou meer hebt, maar je het gevoel hebt dat je zonder waarschuwing op Antartica bent gedropt? Het fenomeen waar elke porie van je lichaam z’n warmte lijkt af te geven en je achterlaat met enkel bibberende atomen in de plaats? Op dat punt weet je dat je de strijd verloren hebt, en je een koppel ellendige minuten tegemoet gaat. Elke poging tot opwarmen faalt compleet, het enige dat je rest is volharding. Volhouden tot je thuis komt, om dan snel op te warmen aan het thuisfront. En dat is dus wat ik deed: fietsen tot de koude me niet meer kon inhalen.

De laatste hoek om. Nu was de eindspurt ingezet. De straatlampen als het stille publiek, door hun aanwezigheid bemoedigend om de laatste loodjes te doen verlichten. Een versnelling hoger draaien. De spieren in kramp, vol in het verzet. En dan dat prachtige moment waar je het huis ziet, haast kan voelen. Geen tijd meer om de fiets in het hok te zetten, gewoon naast de deur op de grond.

Een open deur… De deur die de warmte van het huis zou moeten bewaren, staat in het holst van de nacht te gapen naar mij. Ik, die in plaats van warmte nog meer koude voel dan ik ooit heb gekend. Het huis schreeuwt naar mij, maar ik hoor niet wat het wil zeggen.

Ik bevries.

H2
H3
H4
Upload from PC
Video gallery
3 columns
2 columns
1 column
11 Comments